Strandschoonmaak

 

Vorige week woensdag toog er weer een aantal mensen met een beperking gewapend met een grijper en emmer het Katwijkse strand op. ‘Het is voor jullie altijd weer een groot feest’, sprak wethouder Jacco Knape die speciaal even tijd had vrij gemaakt voor dit moment.

Vijf jaar geleden werd de Stichting Juttersgeluk opgericht. Speciaal bedoeld voor mensen met een beperking op langdurig thuis zitten zonder werk. In etappes maken zij het Noordzeestrand schoon en dit jaar gebeurde dit ook weer in Katwijk. De verantwoordelijkheid voor de zorg van kwetsbare mensen ligt bij de gemeenten. Nu na vijf jaar kan elke kustgemeente zelf het initiatief nemen om een datum te plannen om de jutters zich weer uit te laten leven. Het is voor hen een uitje en het traditionele gebakje bij de koffie in een strandpaviljoen is letterlijk en figuurlijk de kers op de taart. Het was een uitgelezen mooie dag die dus officieel door de wethouder werd geopend.

Even een korte interactie vooraf met de deelnemers of zij wisten waar zij het voor deden. Zeker wel. ‘We willen een schoon strand’. Plastic is niet goed voor de vissen en de meeuwen’, waren enkele gerichte antwoorden.

Vervolgens lichtte Jantine van Vliet namens Stichting Justtersgeluk toe dat het vandaag speciaal ging om het zoeken naar plastic voorwerpen die slechts eenmaal werden gebruikt. Dit was ook het thema van dit jaar. Zij toonde enkele voorbeelden zoals drinkflesjes en wegwerpbestek.

 

Goed doel

Martijn van ‘De Binders’ deed al voor de vijfde keer mee. ‘Ik doe het heel graag want het is voor een goed doel en ik ben lekker buiten. Het is niet prettig als er rommel op het strand ligt, ik doe dit voor de strandbezoekers en de dieren die in en om de zee leven’. Tijd voor de traditionele groepsfoto en aan de slag begeleid door vrijwilligers van de landelijke stichting en enkele vaste leden van de groep ‘Jutters Katwijk’, die het hele jaar door twee keer per week het strand afstruinen naar afval dat nog steeds door de niet-milieubewuste en gemakzuchtige wordt achtergelaten.

 

Door Piet van Kampen